Diario vrijdag 29 April Wandelingen door Rome
In de jaren ’60 logeerde ik als veertienjarige in de zomervakantie bij mijn oma. Ik verveelde me en grasduinde in haar boekenkast, waar ik Bomans’ Wandelingen door Rome aantrof. Ik herinner me dat ik het boekje in één ruk uitlas. Vanwege die herinnering besloot ik het in mijn voorbereidingen op mijn huidige verblijf tweedehands op de kop te tikken en mee te nemen. Meteen het eerste verhaal, tevens het titelverhaal, trof me. Bedenk, het is 1956:
“Het hoge woord moet er uit: men kan overdag in Rome niet meer wandelen. Die tijd is voorbij. Meer dan tweeduizend jaar was het mogelijk en is het ook met groot genoegen gedaan, maar sinds de uitvinding van een soort met benzine voortgedreven autopedjes, die men hier Lambretta of Vespa noemt, is het voor iemand, die op conversatie, gedachteleven of zelfs maar persoonlijke waardigheid prijs stelt, niet langer meer doenlijk door Romes straten te lopen, tenzij als een gillende, schichtige springende clown.
Het is absoluut uitgesloten een gesprek te voeren. Voor de strikt nodige mededelingen kiest u een portiek, schreeuwt uw vriend iets in het oor en rept zich , dicht tegen de huizen gedrukt, en de Goden biddend dat hij het verstaan heeft, weer voort. Mensen die een straat moeten oversteken, zien er uit als opgejaagde delinquenten: zij spieden rechts en links, en hoepla, wordt de sprong gewaagd. De sprong naar de eeuwigheid of naar het trottoir aan de overkant, dat valt vooraf niet te zeggen.”
Tja, ook toen al. Bomans maakte het begin van de motorisering van Rome mee; zoals ik al eerder berichtte zitten we er nog steeds midden in. Maar Bomans was ook een visionair. Hij voorspelde een totale omwenteling:
“Deze omwenteling bestaat hierin, dat van nu af aan ook de voetgangers gemotoriseerd zijn. Ze zullen niet meer lopen, doch gehurkt op een plankje als geweerkogels door de straten schieten. Daarmee is aan het stadsbeeld het laatste ontnomen wat nog aan onze vroegere, animale staat herinnerde: de wandelaar.”
Wat een profetische gave. Ze gaan alleen niet gehurkt op het plankje, ze staan erop.