13 april 2022 Berufsverbot en divertissement
Wanneer men langere tijd in Rome verblijft, kan men zich veroorloven zich te beperken tot één aspect en dat in al zijn facetten beleven. Zo betrad ik vanochtend de Joodse wijk met het voornemen me tot die wijk te beperken. Vorige week had ik, wandelend met Jet door de naburige Via Giulia een concert ontdekt én geboekt in het Oratorium van S Lucia, dat zich vanavond zou afspelen.
Interieur van de synagoge
Ik begon mijn rondtocht in het Joods museum en de daarbij liggende synagoog. Het was bepaald onthutsend om te vernemen hoe de pausen de Joden tussen 1555 en 1870 dwongen in één ghetto te wonen, hen verboden allerlei beroepen uit te oefenen, het ook christenen verboden om in dienst van joden te werken; het meest onthutsend was misschien wel de verplichting die ze Joden opdroegen om iedere zaterdag (uitgerekend de zaterdag) de mis bij te wonen in de San Angelo in Peschieri die aan de rand van het ghetto lag. Geen wonder dat de joden zeer enthousiast over het Risorgiomento, de Italiaanse eenwording, waren, dat een einde maakte aan de Kerkelijke Staat en de macht van de paus.
Zo zette ik me met gemengde gevoelens aan mijn wandeling door het ghetto. Maar ja, het ghetto kende voortreffelijke restaurants, en ik moest er de hele dag door- brengen dus rond tweeën vond ik me aan een vorstelijk diner.
Daarna kuieren, binnenplaatsje in en uit, buiten het kerk mooi barokkerkje in en op een gegeven moment op de piazza Mattei gestuit op de schildpaddenfontein die ik vijf en twintig jaar geleden fotografeerde. De uitvergrote foto heeft tot 2018 boven mijn bureau op het NIVEL gehangen. Toen moest ik tussen de auto’s door kruipen om een beeld te krijgen, nu is de piazza autovrij. Er is wel vooruitgang.
Mijn wandeling eindigde in het Antico Caffé del Teatro di Marcello, op een terras dat zich uitstekend leende voor een verblijf van vijf tot zeven, in het gezelschap van enige campari en een sandwich. Zeer voldaan slenterde ik terug naar de Via Giulia waar een drietal divertimenti van Haydn en Mozart, te midden van de fresco’s precies deden wat ze zeiden: ze vermaakten me.